Zoon gelooft al drie jaar niet meer in Sinterklaas. Toch wist hij mij het volgende te vertellen toen hij vanochtend nog even gezellig bij mij kwam liggen: Sinterklaas is stinkend rijk. Honderd euro uitgeven aan een treinset, daar eet de goedheilig man geen boterham minder om. Dochter, die zich inmiddels bij ons had gevoegd en nog wél gelooft, beaamde dit feit. Sinterklaas kan makkelijk zeventig euro uitgeven aan – om maar iets te noemen – een kinder smartwatch. Geen enkel probleem, hij is tenslotte net zo rijk als Oom Dagobert. Dat ik het maar wist.
Nou, dat is interessant, zei ik. Oom Dagobert vindt alles veel te duur, die geeft geen cent uit. Dus. Na het benoemen van dát feit kon ik nog zeker vijf minuten in stilte wakker worden.
Ik ben goed gemutst de laatste dagen. Dat heeft veel te maken met de bijholteontsteking die eindelijk op zijn retour is. En het koudere weer. Ik hoop namelijk op een strenge (maar niet te strenge) winter, die vlees-nog-vis winters ben ik echt beu. Toen ik vanochtend met Jimmy ging wandelen, lag er een hondendrol bedekt met een laagje vorst. Het ontroerde me, vulde me met hoop.